2 december 2022

Bron: FDmagazine, 1 december 2022

 

Interview met Patrick Van Impe, voorzitter van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren

Met Patrick Van Impe als nieuwe voorzitter kiest het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) voor continuïteit. De 55-jarige managing partner van het multidisciplinaire kantoor HLB Belgium is al ruim twaalf jaar lid van de raad. Toch wil de voorzitter enkele eigen accenten leggen. “Ik wil het beroep aantrekkelijker maken en jongeren warm maken voor een rol als bedrijfsrevisor.”

De war on talent, een hedendaags retentiebeleid, duurzaamheid, digitalisering: het zijn ook bij bedrijfsrevisoren hot topics en thema’s die Patrick Van Impe niet onberoerd laten. Gedurende zijn driejarig mandaat wil de nieuwe voorzitter zijn stempel drukken, zonder de heersende modus vivendi te bruuskeren.

U stelt dat de geringe zichtbaarheid van het auditberoep niet in lijn ligt met de belangrijke maatschappelijke rol die het vervult?

Patrick Van Impe: “We moeten meer proactief durven communiceren, uit onze comfortzone en bescheidenheid treden. Nu werken we nog te veel onder de radar. We mogen wat meer heldere, kritische standpunten formuleren in de debatten die tot ons expertisedomein behoren. Bedrijfsrevisoren vervullen een sleutelrol in de economie. We zorgen voor het nodige vertrouwen. Ons beroep controleert ruim 75 procent van het BNP. Ondernemingen, stakeholders en bij uitbreiding de hele samenleving hebben baat bij ons werk. Alleen al daarom moeten we ons – opnieuw – als opiniemaker positioneren.”

De toegang tot het beroep kent hoge drempels, getuige de lage slaagkansen bij het bekwaamheidsexamen. De gemiddelde leeftijd van de bedrijfsrevisoren ligt met bijna 48 jaar ook aan de hoge kant. Is er voldoende nieuwe instroom en verjonging?

Patrick Van Impe: “De aantrekkelijkheid van het beroep promoten, is een permanent aandachtspunt en een van mijn prioriteiten. Het is belangrijk om de perceptie die momenteel heerst, om te buigen. Ik geef inmiddels al vijftien jaar gastcolleges aan de KULeuven en merk dat jongeren te weinig affiniteit hebben met ons beroep. Toen ik afstudeerde was dat anders. In de huidige war on talent moeten we aantonen dat we aan verschillende veelgevraagde jobvereisten bij jonge afgestudeerden voldoen: een job met zingeving en betekenis, veel diversiteit aan opdrachten en cliënten, vaak in een internationale context. Bedrijfsrevisoren hebben een grote toegevoegde waarde en staan garant voor de gezondheid van onze economie.”

Ondanks die garantie loopt het soms fout, maar dan is de revisor vaak de eerste om op te merken dat het niet zijn verantwoordelijkheid is.

Patrick Van Impe: “Bij onregelmatigheden of fraude ligt de verantwoordelijkheid in de eerste plaats bij het management van het bedrijf of de organisatie. De bedrijfsrevisor is medeafhankelijk van de informatie die het management meedeelt. Soms is er een expectation gap tussen wat verwacht wordt van het revisorenverslag en de werkelijke rol ervan. Het verslag is geen vrijgeleide naar onschuld. Onze opdracht is niet het actief opzoeken van fraude. Er zijn zo’n 300.000 vennootschappen in ons land, 27.000 daarvan hebben een bedrijfsrevisor. De buitenwereld heeft een te beperkte kennis over de rol van een bedrijfsrevisor en het wettelijke kader.”

De vraag of consultants en bedrijfsrevisoren onder één dak en één logo mogen werken, is actueel. EY, een van de Big Four, gaat zijn audittak afsplitsen om geloofwaardig te blijven. Hoe kijkt u naar dat debat?

Patrick Van Impe: “Dat is een keuze van het bedrijf zelf. Vanuit kwalitatief oogpunt zie ik geen noodzaak voor een dergelijke splitsing. Eerder integendeel, want volgens mij zorgt multidisciplinariteit voor meer diversiteit in expertise en medewerkersprofielen, wat de kwaliteit van een audit ten goede komt. Bovendien is de regelgeving inzake onafhankelijkheid, waaraan bedrijfsrevisoren zich dienen te houden, helder en duidelijk.”

Welke impact heeft de opkomst van data-analyse en artificiële intelligentie op het beroep?

Patrick Van Impe: “Data-analyse is een betekenisvol hulpmiddel bij het verwerken van omvangrijke controle-informatie, al bestaat dat eigenlijk al langer. Artificiële intelligentie begint nog maar pas. Dat kan op termijn een gamechanger worden, een hulpmiddel bij het gerichter detecteren van excepties. Maar eerlijk, ik verwacht op dat vlak in het eerstkomende decennium geen grote doorbraak. Feiten en cijfers zijn één ding, het analyseren en interpreteren ervan blijft een menselijke handeling.”

Europa heeft beslist dat de bedrijfsrevisoren straks ook de controle moeten uitoefenen op de duurzaamheidsrapportering van bedrijven. Kunnen ze aantonen wat ze beweren? Dat gaat verder dan het puur controleren van feiten en cijfers?

Patrick Van Impe: “Aan de hand van de toekomstige duurzaamheidsrapportering wordt het mogelijk om na te gaan in hoeverre ondernemingen hun verantwoordelijkheid nemen ten opzichte van het milieu en hun stakeholders. Het hoofddoel van de voorgestelde richtlijn is tweeledig: enerzijds de eisen van de EU inzake duurzaamheidsrapportage uitbreiden tot alle grote ondernemingen met meer dan 250 werknemers, en anderzijds het toezicht op duurzaamheidsverslagen verscherpen, ook al blijft dat in een eerste fase minder streng dan het toezicht op financiële verslagen. Vechten tegen de klimaatopwarming is ieders opdracht. De opmaak van de regelgeving is nog volop aan de gang, waardoor de wettelijke verplichting tot rapportering er straks sneller zal zijn dan de controlestandaarden zelf.”

 

Zie artikel op de website van FDmagazine