Het toezicht op het beroep gebeurt op basis van het wettelijk referentiekader en op basis van beroepsnormen. Deze normen bepalen hoe de bedrijfsrevisor de jaarrekening van een onderneming moet controleren en hoe hij zijn controleverslag moet opstellen.
Met betrekking tot deze normen en aanbevelingen behoudt het IBR het initiatiefrecht en adviserende rol. De Hoge Raad voor de Economische Beroepen (HREB) en de minister bevoegd voor Economie blijven de eindverantwoordelijken voor alle beroepsnormen en -aanbevelingen.
De Hoge Raad voor de economische beroepen is belast met de goedkeuring van de normen en aanbevelingen met betrekking tot de uitvoering van de controle-opdrachten of die nuttig zijn voor de uitvoering van deze opdrachten. De Hoge Raad beraadslaagt over de ontwerpnormen of -aanbevelingen na de vertegenwoordigers van het IBR te hebben gehoord en, in voorkomend geval, na het College te hebben geraadpleegd.
De adviezen en mededelingen van het IBR dienen te worden overgemaakt aan de Hoge Raad tegelijkertijd met de overmaking aan de bedrijfsrevisoren. De Hoge Raad is belast met een onderzoek a posteriori.
De minister bevoegd voor Economie is belast met de goedkeuring van de normen en aanbevelingen met betrekking tot de uitvoering van de controle-opdrachten of die nuttig zijn voor de uitvoering van deze opdrachten. Deze goedkeuring maakt het voorwerp uit van een bericht dat bekend wordt gemaakt in het Belgisch Staatsblad.