12 juli 2012

"Het komt niet elke dag voor dat de bedrijfsrevisoren hun taalgebruik veranderen en voorstellen om het gebied van hun oordeelsvorming uit te breiden!", verklaart Michel DE WOLF, Voorzitter van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) van bij het begin. 
En terecht, om het hoofd te kunnen bieden aan de verwachtingen van de wetgever en de stakeholders, in een steeds meer geïnternationaliseerde context, voert het IBR aan aantal hervormingen door die het ter openbare raapleging voorlegt: een nieuw model van commissarisverslag, het voorstel voor nieuwe opdrachten inzake interne controle en toekomstgerichte informatie, een nieuw normenkader voor de opdrachten met betrekking tot niet-financiële informatie, enz. 

Zaakvoerders van ondernemingen en verenigingen, werknemersvakbonden, openbare overheden, bedrijfsrevisoren en alle geïnteresseerden worden aangemoedigd hun opmerkingen te formuleren op de ontwerpen aan de hand van twee openbare raadplegingen.

Hervorming van het commissarisverslag: wat zullen de gevolgen zijn voor de vennootschappen en verenigingen?

 
In België doen meer dan 24.000 vennootschappen en verenigingen voor de controle van hun jaarrekening  een beroep op een commissaris en dit hetzij op vrijwillige basis, hetzij krachtens de wet. En binnenkort zal deze controle verplicht dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden: vanaf 15 december 2012 voor de jaarrekening van de genoteerde vennootschappen, banken en verzekeringsmaatschappijen (commissarisverslag 2013) en vanaf 15 december 2014 voor de jaarrekening van alle andere entiteiten (commissarisverslag 2015),  zoals voorzien in de norm van 10 november 2009 zoals goedgekeurd door de Minister bevoegd voor Economie.
Met het oog op het integreren van een aantal Belgische wettelijke bijzonderheden, meer bepaald de termijnen voor de vastlegging en terbeschikkingstelling van de (geconsolideerde) jaarrekening of de inhoud van het jaarverslag, was het nodig om, in het kader van de overgang naar de internationale controlestandaarden, een aanvullende Belgische norm aan te nemen. En dit is juist wat het IBR thans voorstelt. 
“Het model van commissarisverslag zoals wij dit thans kennen, bestaat bijna 30 jaar. De tegenstanders van dit model hekelen vaak diens ontoegankelijke aard. Om die reden hebben wij beslist om dit model te wijzigen teneinde het commissarisverslag meer toegankelijk te maken voor de lezers. Wij verwachten nu van potentiële lezers dat zij zich uitdrukkelijk uitspreken over de veranderingen”, verklaart Michel DE WOLF, Voorzitter van het IBR.
 

Beantwoorden de nieuwe opdrachten inzake interne controle en toekomstgerichte informatie aan de nieuwe noden?

 
De aanvullende norm zal het ook mogelijk maken om de bevoegdheden van bedrijfsrevisoren uit te breiden en meer bepaald deze op het vlak van interne controle en risicobeheer. Thans bestaat het commissarisverslag uit twee delen: het verslag over de (geconsolideerde) jaarrekening, waarin het oordeel van de commissaris is opgenomen, en het verslag over andere door wet- en regelgeving gestelde eisen.
“Voortaan zal in een derde facultatief deel, de conclusie van de bedrijfsrevisor kunnen worden opgenomen met betrekking tot andere door het bestuursorgaan gevraagde specifieke opdrachten, bijvoorbeeld een conclusie over de relevantie van interne controleprocedures en van risicobeheerssystemen, de consistentie van toekomstgerichte informatie, van prestatie-indicatoren of van andere niet-financiële informatie”, vervolgt Michel DE WOLF. “Het betreft een ware nieuwigheid in België en wij hopen dat zij zal voldoen aan de verwachtingen van niet enkel de beroepsbeoefenaars maar ook van de stakeholders in een Europese context die  onderhevig is aan veranderingen”, voegt Inge VANBEVEREN, IBR-adviseur voor de normen voor de beroepsuitoefening, hieraan toe.
 

Is het nieuw normenkader voor assurance-opdrachten en “verbonden diensten” duidelijker en betrouwbaarder?

 
De bedrijfsrevisor dient vaak wettelijke of contractuele opdrachten uit te voeren die betrekking hebben op niet-financiële informatie en waarvoor hij een “redelijke” of “beperkte” mate van zekerheid verschaft  of een verslag van “loutere” feitelijke bevindingen opstelt. Deze assurance-opdrachten, opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden of samenstellingsopdrachten omvatten niet louter de certificering van financiële overzichten zoals deze thans gekend is. En vaak specificeren de wetteksten niet het soort verslag dat dient de worden opgesteld, noch de aard van de werkzaamheden die dienen te worden uitgevoerd.
“Hierbij denken wij meer bepaald aan de indicatoren voor duurzame ontwikkeling, het Co2-uitstootgehalte, de vaststellingen van de meest uiteenlopende feiten verricht op verzoek van ondernemingen teneinde  deze mee te delen aan derden zoals de Europese Commissie of de regelgevende instanties voor energie of milieu (CREG of Fost Plus)”, licht Michel DE WOLF, Voorzitter van het IBR, toe.
Door de openstelling van onze economie is het van groot belang dat België beschikt over een referentiestelsel van internationale reikwijdte voor het uitvoeren van dergelijke opdrachten. Het IBR stelt derhalve voor om in België de normen toe te passen die werden uitgevaardigd door de International Auditing and Assurance Standards Board (IAASB), een onafhankelijke standaardsetter onder toezicht van de representatieve internationale organisatie (IFAC). “De door ons ter goedkeuring voorgelegde norm voorziet in de toepassing van de  ISAE’s voor assurance-opdrachten die geen controle of een beoordeling van historische financiële informatie betreffen en van de ISRS voor de opdrachten van aanverwante diensten”, voegt Michel  DE WOLF hieraan toe.
Deze standaarden, die reeds verplicht zijn in vele landen, bieden talrijke voordelen. Dankzij de toepassing van genormaliseerde procedures bevorderen deze standaarden de kwaliteit van niet-financiële informatie, een betere documentering van de werkzaamheden van de bedrijfsrevisor, alsook een harmonisatie van het verslag, hetgeen het begrip daarvan vergemakkelijkt.
 

Stakeholders worden aangemoedigd hun mening te uiten

De ontwerpen van normen liggen thans ter openbare raadpleging voor tot 15 oktober 2012 (zie hieronder).
“Wij moedigen de openbare overheden, de zaakvoerders van ondernemingen of verenigingen, de sociale partners, de bedrijfsrevisoren en alle andere geïnteresseerden sterk aan om hun opmerkingen te formuleren. Dit is een gelegenheid bij uitstek om eenieder, via een zo democratisch en transparant mogelijk proces, de kans te bieden zijn mening te uiten”, kondigt Michel DE WOLF aan. De ontwerpen van normen zullen vervolgens ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Hoge Raad voor de Economische Beroepen en aan de Minister bevoegd voor Economie.
“Deze normen zullen de doelmatigheid, relevantie, kwaliteit en vergelijkbaarheid van de door bedrijfsrevisoren opgestelde verslagen nog verhogen. De Belgische bedrijfsrevisoren willen als voorbeeld blijven fungeren zowel op het vlak van technische vernieuwing als van een proactieve houding ten aanzien van de verzoeken van stakeholders!” besluit Michel DE WOLF.