8 maart 2013

De financiële transparantie van de overheid vormt een grote bekommernis voor Europa en dus ook voor het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR). In dit verband is de Voorzitter van het IBR, Michel DE WOLF, verontrust over de voor de omzetting van de Richtlijn van 8 november 2011 tot vaststelling van voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten (Richtlijn 2011/85/EU) vastgestelde termijn.
Bij wijze van vrijwaringsmaatregel voor nieuwe crisissen van overheidsschulden, vereist deze richtlijn dat, tegen 31 december 2013, voor alle subsectoren van de overheid een betrouwbare boekhouding wordt opgezet die de informatie bevat die nodig is ter voorbereiding van de op het Europees Systeem van Rekeningen (ESR 95-norm) gebaseerde gegevens, alsook een doeltreffende interne controle en een onafhankelijke audit. Overeenkomstig voormelde richtlijn moet deze onafhankelijke audit normaliter worden uitgevoerd door een openbare instelling zoals het Rekenhof of door particuliere auditorganen zoals de bedrijfsrevisoren.
 
“Het behoort tot onze plicht, als controledeskundigen maar ook als burgers, om de Belgische publieke overheden te interpelleren over hun verplichtingen. Het betreft zowel de federale Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten en de provincies (die veeleer op de goede weg zijn), alsook de gemeenten, de OCMW's, de politiezones, enz. De uit te voeren taak is zeker en vast enorm maar de bedrijfsrevisoren staan klaar om hun ervaring ten dienste te stellen van de publieke overheden”, bevestigt Michel DE WOLF, Voorzitter van het IBR. Het optreden van de bedrijfsrevisor maakt het mogelijk om zowel de betrouwbaarheid van de meegedeelde informatie te waarborgen, als om aanbevelingen te verstrekken voor een betere besteding van overheidsgelden. Het bedrijfsrevisoraat ziet in ieder geval toe op de opleiding van zijn leden in deze materie, meer bepaald door het organiseren van diverse seminaries en informatiesessies (www.icci.be).
 
Een paar dagen geleden, zijnde op 27 februari, heeft het Rekenhof zijn Opmerkingenboek met betrekking tot Wallonië voorgesteld. Het IBR is het eens met de verklaring van het Rekenhof dat bevestigt dat er nog veel inspanningen moeten worden geleverd voor de modernisering van de overheidsboekhouding en de controle van de rekeningen, en niet enkel deze van het Waals Gewest zelf.
 
Vlaanderen beschikt reeds over een Rekendecreet, houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof. En in Vlaanderen werkt het IBR samen met het Rekenhof, de gewestelijke overheid, de Interne Audit van de Vlaamse Administratie (IAVA) en de Inspectie van Financiën door middel van de single audit. De Vlaamse Regering heeft onlangs een ontwerp van “auditdecreet” voor lokale besturen aangenomen. “Dit is zeker goed nieuws maar dit ontwerp heeft jammer genoeg nog geen rekening gehouden met de noodzaak van een externe audit van de financiële overzichten, zoals uitdrukkelijk vermeld in de richtlijn”, verduidelijkt Lieven ACKE, Raadslid van het IBR belast met deze problematiek binnen de Raad. 
 
De Ondervoorzitter van het IBR, Daniel KROES, merkt op: “Belfius heeft op 28 februari de studie “De financiële uitdagingen van de gemeentelijke bestuursperiode 2013-2018“ voorgesteld. Deze studie beklemtoont dat de toepassing van het budgettair stabiliteitspact en van de ESR 95-normen op de lokale besturen juist één van de belangrijke uitdagingen van de nieuwe bestuursperiode vormt.”
 
“Het zou jammer zijn mocht België, na alle inspanningen dat het in de voorbije jaren op budgettair vlak heeft geleverd, in 2014 door de beoordelingsbureaus en de financiële markten worden afgestraft ingeval het toevallig zou voorkomen op de lijst van landen die de richtlijn van 2011 niet, of slecht, zullen hebben omgezet …”, besluit Michel DE WOLF.