7 juli 2011

Ter gelegenheid van de bijeenkomst in Brussel van de “International Federation of Accountants (IFAC)” met als thema de kleine en middelgrote ondernemingen (kmo), hebben het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) en het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB) een gezamenlijke persconferentie gehouden.

Vier thema’s werden besproken:

1.       de bijdrage van de cijferberoepen tot de strategie en het bestuur van de kmo’s

 

“De vraag van de KMO’s naar uitbreiding in het aanbod van de diensten van de accountants en de belastingconsulenten, zal in de toekomst nog toenemen, omdat er noodzaak is aan een brede en veelzijdige aanpak. Hierdoor zal de “multitask” van de accountant, de belastingconsulent en de bedrijfsrevisor niet alleen moeten toenemen, ze zál toenemen! De nodige specialisatie zal bijgevolg in de kantoren moeten aanwezig zijn. Dit kan eventueel bereikt worden door het aandeelhouderschap binnen de kantoren van accountants en belastingconsulenten en de bedrijfsrevisorenkantoren open te stellen ten aanzien van andere disciplines zoals bijvoorbeeld, juridische adviseurs, milieu-experten, notariaat en andere”, benadrukt André Bert, Voorzitter van het IAB. Op deze manier versterken de cijferberoepen hun steun aan het beleid en het bestuur van de kmo’s.

2.       het behoud van het Belgisch boekhoudrecht of de overstap naar de internationale boekhoudkundige normen

 

«Het IBR sluit zich nu aan bij het standpunt van het IAB», bevestigt Michel De Wolf, Voorzitter van het IBR. «Het op termijn invoeren van IFRS-normen voor de kmo’s draagt niet langer onze voorkeur weg. Wel zijn we voorstander van de modernisering van het Belgisch boekhoudrecht in het licht van internationale normen. Deze benadering is gunstiger voor het behoud van verhoudingen tussen boekhouding en fiscaliteit, die gemakkelijker te beheren blijven, en waarbij gebruik gemaakt wordt van de beste internationale praktijken op boekhoudkundig gebied.»

 

3.       de problematiek van het al dan niet neerleggen van de jaarrekeningen van de kleine ondernemingen

 

Henri Olivier, Professor aan de HEC Liège en Secretaris-generaal van de The Federation of European Accountants, zette de stand van de besprekingen op Europees niveau uiteen. Volgens het compromis dat tussen de ministers van Europa werd onderhandeld, zouden de kleine ondernemingen (die twee van de volgende drie drempels niet overschrijden: 10 werknemers, een balanstotaal van 250.000 euro, 500.000 euro omzet) door de Lidstaten kunnen worden vrijgesteld van de verplichting tot neerlegging van hun jaarrekeningen, die dan vervangen zou worden door een vereenvoudigde balans, neer te leggen bij de griffie van de rechtbank van koophandel. «De boekhouding aanzien als een last staat haaks op de vereiste versterking in het sturen van het beleid van de kmo’s, waarvoor de boekhouding een onmisbaar hulpmiddel is », herinnert Henri Olivier.

Beide instituten hebben reeds aangegeven dat ze het Europees compromis aanvaarden. Mocht deze in voege trden dan zullen ze echter niet nalaten de Belgische autoriteiten te verzoeken de neerlegging van de jaarrekeningen bij de Nationale Bank te behouden. « Hoe groter de transparantie, hoe hoger de kwaliteit van de rekeningen ! Hoe veiliger het economische leven ! En dit zowel voor de aandeelhouders, de werknemers, de leveranciers, de klanten, de banken en de Staat zelf !», verzekert Inge Saeys, Belgische vertegenwoordiger in het PME Committee van IFAC. 

4.       de splitsing van de professionele orden

 

Beide Instituten hebben kennis genomen van het voorstel van formateur de heer Di Rupo om de professionele orden te splitsen met behoud van een koepelstructuur voor de deontologie en met de mogelijkheid voor de personen die in de faciliteitengemeenten wonen om te kiezen tussen de Franstalige of de Nederlandstalige orde (blz. 89 van de nota van de formateur).

André Bert (IAB, NL) en Michel De Wolf (IBR, FR) reageren eensgezind: « Wij begrijpen dit voorstel niet. De bedrijfsrevisoren, de accountants en de belastingconsulenten staan ten dienste van de ondernemingen en van de Belgische kmo’s die zich net meer zouden moeten ontwikkelen op internationaal gebied in de plaats van zich te beperken tot het eigen gebied. Net op het moment dat de Europese overheid de dienstverlening op Europees niveau wil bevorderen, worden het IBR en het IAB verzocht te splitsen! Net op het moment dat het de goede praktijken inzake boekhouding, beleid, enz. van de ondernemingen op Europees en zelfs wereldvlak worden bediscussieerd, zou men de Belgische beroepsbeoefenaars vragen om hun taal, Nederlands of Frans, als belangrijkste factor voor het bepalen van hun identiteit te beschouwen! ».