25 juli 2024

In de Mededeling van het Instituut 2024/16, AML-aanbeveling van het College - Verplichting van de bedrijfsrevisor inzake identificatie en verificatie van de identiteit, hebben we aangegeven dat het College een AML-aanbeveling heeft aangenomen op 30 mei 2024 (“de Aanbeveling”), die als doel heeft het tijdstip te verduidelijken waarop de bedrijfsrevisor moet overgaan tot de identificatie en verificatie van de identiteit van de cliënt, de uiteindelijke begunstigden van de cliënt en de lasthebber van de cliënt, overeenkomstig de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten.

Na de goedkeuring van deze aanbeveling heeft het Instituut verschillende verzoeken ontvangen van confraters die voorbeelden wilden hebben van formuleringen voor de opschortende voorwaarde. Hieronder vindt u daarom een voorbeeld van clausule die kan toegevoegd worden bij het uitbrengen van een offerte. Deze clausule kan zowel gebruikt worden in het kader van een commissarismandaat als door de bedrijfsrevisor in het kader van een wettelijke (of andere) opdracht.

Voor alle duidelijkheid, deze opschortende voorwaarde kan niet gebruikt worden in een opdrachtbrief, aangezien de Aanbeveling er uitdrukkelijk in voorziet dat de identificatie- en verificatieverplichtingen moeten afgerond zijn voordat een opdrachtbrief wordt opgesteld.

Deze offerte is opgemaakt onder de opschortende voorwaarde van het succesvol uitvoeren van onze verplichtingen inzake identificatie en verificatie van de identiteit van de cliënt, de uiteindelijke begunstigden van de cliënt en de lasthebber van de cliënt in het kader van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, evenals de andere voorafgaande verplichtingen die rusten op de [commissarissen/bedrijfsrevisoren], met name in het kader van de cliëntacceptatieprocedure. 

In deze context verbindt u zich ertoe de nodige informatie te verstrekken in overeenstemming met artikel 1:35 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.