19 januari 2021
In toepassing van artikel 55 van de wet van 7 december 2016 heeft het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren in 2017 beslist dat de bedrijfsrevisoren en de bedrijfsrevisorenkantoren jaarlijks aan het College een reeks gegevens moeten meedelen betreffende hun kantoororganisatie, hun controle-opdrachten en hun honoraria voor controle- en niet-controlediensten.
Deze informatie heeft steeds betrekking op het voorbije kalenderjaar, ongeacht de datum van afsluiting van het boekjaar van het kantoor en moet worden ingebracht via de “Auditors Annual Cartography”, een specifieke webapplicatie, die door het College werd ontwikkeld.
Het is om meerdere redenen van belang dat deze gegevens eveneens toegankelijk zijn voor het IBR. Deze informatie dient onder meer als berekeningsbasis voor de opvraging van de bijdragen. De Stagecommissie gebruikt eveneens deze gegevens tijdens de analyse van het profiel van kandidaat-stagemeesters en meer bepaald om na te gaan of kandidaat-stagemeesters op jaarbasis minstens duizend uren revisorale opdrachten met een voldoende diversiteit kunnen aanbieden aan hun stagiairs. Tot slot kan het IBR op basis van deze informatie een globaal inzicht verwerven in de evolutie van het beroep, hetgeen niet enkel van belang is voor het vervullen van zijn wettelijke opdrachten maar ook voor de belangen-behartiging van de leden.
Aangezien er geen mogelijkheid tot automatische informatieoverdracht in de webapplicatie “Auditors Annual Cartography” van het College is voorzien, heeft de Raad van het IBR op 24 januari 2020 beslist dat de Bedrijfsrevisoren voortaan dezelfde informatie rechtstreeks aan het IBR moeten overmaken. Dit jaar werd een tool ontwikkeld om deze gegevens op een beveiligde manier over te maken.
De bedrijfsrevisoren moeten voortaan als volgt te werk gaan:
U kunt hierna een schermafdruk vinden van de functionaliteit in het portaal:
Deze informatie moet uiterlijk op 20 februari 2021 aan het IBR worden bezorgd.
Voorgaande beslissing van de Raad werd genomen in het licht van artikel 31 van het koninklijk besluit van 22 februari 2019 tot vaststelling van het huishoudelijk reglement van het IBR waarin het volgende wordt bepaald:
“De Raad kan de bedrijfsrevisoren en de geregistreerde auditkantoren verzoeken om voorlegging van alle informatie die hij nodig acht binnen de door de wet aan het Instituut toevertrouwde opdrachten of in het kader van een verzoek vanwege het College.
…/…
De Raad bepaalt de vorm, de inhoud en de periodiciteit van de informatie bedoeld in (…).”
Wij vestigen er uw aandacht op dat er een terechtwijzing kan worden opgelegd aan de bedrijfsrevisor die nalaat om de gevraagde informatie mee te delen en dit overeenkomstig artikel 33 van hetzelfde koninklijk besluit
“Onverminderd andere strengere wettelijke of reglementaire bepalingen wordt (…), een terechtwijzing door de Raad gericht aan elke bedrijfsrevisor die nalaat (…), om de documenten tot vaststelling van de bijdragen over te leggen, om de inlichtingen of de documenten mee te delen die hij aan het Instituut moet meedelen voor de uitvoering van de (…) aan het Instituut gedelegeerde taken (…).”.
Indien u vragen heeft over de te volgen procedure of hierbij moeilijkheden ondervindt, kan u contact met ons opnemen via het e-mailadres cartography@ibr-ire.be.
Tot slot willen we benadrukken dat deze gegevens vertrouwelijk zullen worden behandeld, dat de personeelsleden van het IBR de verplichtingen inzake beroepsgeheim moeten naleven en dat elke overtreding hiervan strafrechtelijk wordt bestraft op grond van artikel 458 van het strafwetboek.