17 april 2019

De wet van 23 maart 2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 april 2019) beoogt het Belgisch vennootschapsrecht grondig te hervormen via drie krachtlijnen, met name :

(1) een doorgedreven vereenvoudiging doorvoeren op drie vlakken:

  • de afschaffing van het onderscheid tussen burgerlijke en handelsvennootschappen en van het kapitaal in de BV;
  • de vermindering van het aantal basisvormen; en
  • de integratie van het verenigings- en stichtingsrecht in één Wetboek.

(2) voor meer aanvullend recht en flexibiliteit met aandacht voor de belangen van derden te kiezen door de contractuele of wettelijke vrijheid te verruimen en het aantal dwingende bepalingen te verminderen. Dit gaat evenwel gepaard met nieuwe transparantievereisten en soms een verhoogde aansprakelijkheid; en

(3) met de evoluties en de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie inzake mobiliteit van vennootschappen rekening te houden en de statutaire zetelleer en de grensoverschrijdende omzetting in te voeren.