13 september 2018

Artikel 46, § 2 van de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren bepaalt dat het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren en het Instituut van de Bedrijfsrevisoren een overeenkomst kunnen sluiten waarin de modaliteiten voor hun samenwerking en onderlinge informatie-uitwisseling worden vastgesteld.
 
Op 12 september 2018 ondertekenden de Voorzitters van het College en van het Instituut aldus een protocol waarin de modaliteiten inzake samenwerking en uitwisseling van informatie tussen het College en het Instituut worden vastgesteld. Dit protocol strekt er niet toe de bepalingen van het wetgevende, reglementaire en normatieve kader te interpreteren. Het doet geen rechten of verplichtingen ontstaan ten opzichte van derden of tussen de ondertekenende partijen. Het bevat de tekst van de tussen de partijen overeengekomen praktische modaliteiten van de samenwerking en de informatie-uitwisseling die wordt aangevuld met een lijst met gegevens die permanent beschikbaar moeten zijn voor het College en de technische modaliteiten voor de terbeschikkingstelling ervan.
 
De door het protocol behandelde thema’s zijn de volgende. Vooreerst komen de samenwerkingsmodaliteiten en informatie-uitwisseling van de in artikel 41, § 1  van de wet van 7 december 2016 door het College aan het Instituut gedelegeerde opdrachten, met name de toekenning en intrekking van de hoedanigheid van bedrijfsrevisor, de inschrijving, registratie en houden en bijwerken van het openbaar register en de organisatie van de permanente vorming, aan bod. Vervolgens bevat het protocol de modaliteiten inzake toekenning en intrekking van de titel van ere-bedrijfserevisor, de terechtwijzingen uitgesproken door het Instituut, de huiszoekingen bij een bedrijfsrevisor en de normatieve en reglementaire bevoegdheid ten aanzien van bedrijfsrevisoren op het vlak van voorkoming van het witwassen van geld, de financiering van terrorisme en de beperking van het gebruik van contanten. Ten slotte wordt ook ingegaan op de verzameling en uitwisseling van gegevens die permanent moeten worden bijgewerkt en ter beschikking gesteld van het College evenals de historische gegevens van het toezichtssysteem voorafgaand aan de wet van 7 december 2016.