15 december 2023

Alexia Cauwe, Diensthoofd Permanente vorming van het IBR en bedrijfsjurist

 

Deze derde editie van de Dag van de publieke sector vond plaats in de gezellige omgeving van het Radisson Hotel in Brussel.

In de ochtend werden 4 workshops per overheidsniveau georganiseerd:

  • Vlaamse overheid;
  • Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
  • Waalse Gewest en Federatie Wallonië-Brussel; en
  • federale overheid.

De “single audit” of geïntegreerde of gecoördineerde audit, afhankelijk van het gewest waarin deze term wordt gebruikt, was de rode draad van al deze workshops.

Alle slides van de workshops, evenals die van de plenaire zitting, kunnen worden geraadpleegd op de website van de Dag van de publieke sector.

De academische zitting in de namiddag ving aan met de presentatie van de eerste voorzitter van het Rekenhof, Hilde François, over de certificering van de jaarrekening 2022 van de federale Staat. In haar toespraak wees de eerste voorzitter erop dat het Rekenhof voor de derde achtereenvolgende keer een oordeelonthouding heeft geformuleerd: “We hebben geen oordeel tot uitdrukking gebracht omdat we – ook opnieuw – niet voldoende en toereikende controle-informatie konden verkrijgen waarop we dat oordeel zouden kunnen baseren. De rekeningen bevatten, net zoals vorig jaar, te veel significante onzekerheden en tekortkomingen.”

De belangrijkste redenen die tot deze oordeelonthouding hebben geleid, werden uiteengezet, waaronder het ontbreken van uniforme waarderings- en aanrekeningsregels. De eerste voorzitter bracht de Europese context waarin deze certificeringsopdracht plaatsvindt, in herinnering, hierbij verwijzend naar richtlijn 2011/85/EU van de Europese Unie die na de Griekse schuldencrisis werd uitgevaardigd, alsook naar de Belgische omzettingswet:

“Ik hamer op de Europese richtlijn en de wet van 22 mei 2003 omdat die de essentie aangeven waarom we zoveel belang moeten hechten aan de certificeringsopdracht, namelijk dat niet alleen het parlement, maar ook burgers en alle andere stakeholders vertrouwen kunnen hebben in de cijfers die overheden publiceren.” 

Geconfronteerd met de talrijke door het Rekenhof vastgestelde tekortkomingen, is het vertrouwen van de burger in de rekeningen van de Staat momenteel aangetast. Hoewel deze vaststelling zorgwekkend is, was de eerste voorzitter toch verheugd over het ontstaan van een positieve dynamiek, die vooruitgang aanmoedigt:  “Deze dynamiek is naar mijn mening veel belangrijker om het oorspronkelijke doel van certificering te bereiken, namelijk het beschikken over een betrouwbare overheidsboekhouding.”

De voorzitter van het Rekenhof, Florence Thys, nam vervolgens het woord om een debat op gang te brengen over het verband tussen de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen en de activiteiten van het Rekenhof: “Hoe kunnen we collectief handelen om armoede te bestrijden, de planeet te beschermen en ervoor te zorgen dat alle mensen in vrede en welvaart leven?”

De voorzitter van het Rekenhof erkende dat het doel ambitieus was en presenteerde de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties, die, met behulp van 232 indicatoren, “zowel een te bereiken doel, een analyseraster, als een drijvende kracht achter onze dagelijkse inzet” vormen.

Ze verduidelijkte meer bepaald de impact van deze doelstellingen op de controlekeuzes van het Rekenhof: “In die zin zorgen we ervoor dat we relevante controles uitvoeren met een significante maatschappelijke impact. In dit opzicht zijn de SDG’s een geschikte filter. Ze zorgen ervoor dat we op de meest essentiële maatschappelijke vraagstukken afgestemd zijn.”

Het sociaal beleid in de land- en tuinbouwsector werd meer bepaald als voorbeeld aangehaald. Zo wordt nagegaan of de RSZ bijdraagt aan de strijd tegen sociaaleconomische uitbuiting en mensenhandel.

De voorzitter van het Rekenhof concludeerde als volgt: “Ja, in de publieke sector of elders, kunnen we een mooie en grote missie volbrengen.”

Het programma van de studiedag werd voortgezet met de presentatie van advocaten Gauthier Ervyn en Bart Van Hyfte over overheidsopdrachten.

De door het IBR uitgewerkte bestekmodellen voor overheidsopdrachten van bedrijfsrevisoren werden gepresenteerd. Fernand Maillard, voorzitter van het Observatorium van de openbare aanbestedingen van het IBR, gaf ook aan dat het IBR ter beschikking staat van alle entiteiten om op maat gemaakte modellen van bijzonder bestek te blijven uitwerken, die voldoen aan de wettelijke bepalingen, het algemeen belang en de bijzonderheden van het beroep van bedrijfsrevisor.

Zoals Lieven Acke, ondervoorzitter van de Commissie Publieke sector van het IBR, aangaf, zou een studiedag geen studiedag zijn zonder een panel. In dit geval voerden Laurence Christians, Corporate strategy bij de NMBS en Thierry Genard, Chief compliance officer bij skeyes, een rijk en inspirerend debat over het thema van de ESG-voorbereiding in overheidsbedrijven. Het panel werd gemodereerd door bedrijfsrevisor Marc Daelman.

De Inspecteur-generaal van Financiën, Tony Mortier, presenteerde vervolgens de innovatieve technieken voor de controle van overheidssubsidies, die worden vergemakkelijkt door het gebruik van kunstmatige intelligentie. Het lijdt geen twijfel dat kunstmatige intelligentie voortaan een prominente rol zal innemen in deze audits.

De slottoespraak van de Dag werd gehouden door de Staatssecretaris voor Begroting, Alexia Bertrand. De Staatssecretaris lichtte de federale begrotingsprocedure toe, alvorens af te sluiten met een pleidooi voor de waarden van democratie, waarbij ze de rijkdom van de debatten in het parlement en binnen de regering beklemtoonde.

Bij wijze van conclusie bedankte de voorzitter van het IBR, Patrick Van Impe, alle sprekers en de 200 deelnemers aan deze derde editie van de Dag van de publieke sector.

Hij wilde twee kwesties onder de aandacht brengen.

De eerste is de “single audit”, een concept waarvan hij overtuigd is dat het de kwaliteit van financiële informatie kan helpen verbeteren en tegelijkertijd de controlelast voor de gecontroleerde entiteit kan verminderen. Het IBR is immers vastbesloten om zijn inspanningen voort te zetten om zo goed mogelijk samen te werken met de verschillende actoren in de controleketen.

De voorzitter van het IBR beklemtoonde echter het feit dat, om “single audit” mogelijk te maken, een uniforme en gedeelde interpretatie van de boekhoudregels door de diverse controleactoren essentieel is. In dit verband richtte hij zich tot de Staatssecretaris met het verzoek een vertegenwoordiger van het IBR te mogen aanstellen als technisch deskundige in de samenstelling van de Commissie voor de openbare comptabiliteit.

Het tweede punt dat de voorzitter van het IBR naar voren bracht, was duurzaamheid. Zo verklaarde hij: “De bestrijding van de opwarming van de aarde is de zaak van elke burger. Zowel de publieke sector als de private sector zijn hierbij betrokken en we dienen ons er vanaf nu op voor te bereiden.”

Deze nieuwe verantwoordelijkheden, zowel op het gebied van “single audit” als op het gebied van ESG-voorbereiding, vereisen een vrij intensieve vorming. De voorzitter van het IBR stipte aan dat hij hiervoor ter beschikking staat van de publieke sector: “Het is door het uitwisselen en delen van kennis, het delen van beste praktijken, evenals ontmoetingen met onze collega’s en de mensen met wie we samenwerken, dat we onze vaardigheden kunnen versterken en kunnen bijdragen aan het algemeen welzijn.”

Er is inmiddels een afspraak gemaakt voor een nieuwe editie van deze Dag van de publieke sector.