Communicatiedienst

Jan Laplasse
diensthoofd

 

 

 

T. 02 509.00.33
E. j.laplasse@ibr-ire.be

23 oktober 2014

In het nieuwe federale regeerakkoord van 9 oktober zet de Zweedse coalitie duidelijk in op economisch herstel en jobcreatie via een groeibeleid en een versterking van het concurrentievermogen. Het regeerakkoord voorziet in een aantal maatregelen, waaronder een lastenverlaging. Deze aanpak is nieuw maar dient met een nodige dosis realiteitszin bekeken te worden. Het succes van het regeringsbeleid zal in belangrijke mate afhangen van de dynamiek die de ondernemingen zelf kunnen ontwikkelen.

Binnen de Belgische context spelen vooral de KMO’s en de familiebedrijven een fundamentele rol in de economie. Zij creëren de meeste banen en vervullen een sleutelrol in de plannen voor economische relance. Om concurrentieel te blijven en te kunnen blijven investeren hebben KMO’s evenwel een langetermijnvisie nodig. Een dergelijke langetermijnaanpak staat echter onder druk: uit een enquête van 2013 blijkt dat bijna 40% van de ondernemers ouder is dan 50 en dat één ondernemer op drie een overdracht op korte termijn overweegt.

“Het aantal over te dragen ondernemingen is dus bijzonder groot en de uitdaging bestaat erin om dit overnameproces op een goed georganiseerde en weldoordachte manier te laten verlopen”. Volgens Daniel Kroes (voorzitter IBR) “is een goed georganiseerd overnameproces een belangrijke stimulans voor het ondernemerschap. Een fundamenteel onderdeel bij de voorbereiding van een overdracht is de waardering van de onderneming. Vroeg of laat komt elke ondernemer in contact met zo’n waarderingsoefening. Het betreft een moeilijke oefening die in tal van omstandigheden noodzakelijk is: bij fusies en overnames, kapitaalsverhogingen, beursintroducties, fiscale planning, successieplanning of gewoon een ondernemer die een momentopname wenst en wil zien hoe hij evolueert”.

De waardering is een ingewikkelde oefening waarbij tal van factoren in overweging dienen genomen te worden...