Communicatiedienst

Jan Laplasse
diensthoofd

 

 

 

T. 02 509.00.33
E. j.laplasse@ibr-ire.be

1 maart 2011

Naast de begroting en het institutionele aspect vragen de bedrijfsrevisoren aan de Regering Di Rupo om de nodige aandacht te besteden aan het verhogen van de transparantie en van een deugdelijk economisch bestuur in de privé- en overheidssector Het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) heeft zopas zijn Memorandum ter attentie van de federale Regering bekendgemaakt. Transparantie en geloofwaardigheid van financiële informatie, in de sector van de ondernemingen, verenigingen en openbare besturen, vormen de rode draad van een groot deel van de talrijke door het IBR geformuleerde voorstellen. De Griekse kwestie en de gevolgen daarvan zouden niet hebben bestaan indien adequate maatregelen werden getroffen ter vrijwaring van de transparantie en geloofwaardigheid van de rekeningen van Griekenland!

Grotere transparantie en ethiek in het bedrijfsleven

Sinds de financiële crisis van 2008 verwacht het publiek meer betrouwbaarheid omtrent de informatie over de continuïteit van de ondernemingen (toekomstige informatie) en het beheer van de risico’s. Het wenst  ook gecertificeerde informatie te verkrijgen over het beleid van organisaties inzake duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen. “De bedrijfsrevisoren zijn bereid om hun werkterrein uit te breiden. En dit voor zover de opdracht en de aansprakelijkheid van de auditor duidelijk worden vastgelegd – hetgeen reeds gedeeltelijk het geval is in België –, en adequate erelonen worden toegekend. Er werd immers bewezen dat de steeds toenemende mededinging inzake erelonen onvermijdelijk leidt tot een verlaging van de auditkwaliteit”, verklaart Michel De Wolf, Voorzitter van het IBR.

In entiteiten met beperkte aansprakelijkheid is een goede bescherming van de belangen van derden (cliënten, leveranciers, werknemers, enz.) meer bepaald mogelijk via de verplichtingen van voldoende eigen vermogen. Het IBR wenst derhalve dat de wettelijke waarschuwingscriteria inzake “verlies van het kapitaal” verfijnd worden, dat het financieel plan voorafgaand aan de oprichting van een vennootschap opnieuw wordt beoordeeld en dat de mechanismen ter bescherming van de schuldeisers worden uitgebreid tot de vzw’s. In dit opzicht is het IBR voorstander van een alarmbelprocedure in de vzw’s, alsook van een vereffeningsprocedure, vergelijkbaar met die van de vennootschappen. Naar het voorbeeld van de vennootschappen zou het invoeren van een activiteitenverslag voor grote vzw’s en van de geconsolideerde jaarrekening voor grote groeperingen van vzw’s ook de transparantie van het bedrijfsleven versterken.

Boekhoudkundige transparantie en deugdelijk bestuur in de overheidssector

Het lijkt vanzelfsprekend om de door de overheid aan de privésector opgelegde principes ook toe te passen op de overheidssector”, vermeldt Michel De Wolf. En hij voegt hieraan toe: “Overal ter wereld is een overheidsboekhouding die voldoet aan de beste internationale standaarden – waarbij bijvoorbeeld de pensioenlasten zijn opgenomen in de passiva – en waarvan de betrouwbaarheid werd vergroot door een doeltreffende externe audit, essentieel voor het ondersteunen van het vertrouwen van de spaarders en markten in de door de overheid en openbare instanties uitgegeven effecten”.  Het IBR streeft trouwens dezelfde doelstelling als het Belgisch Rekenhof na.

Transparantie in de overheidsfinanciën is één van de voorwaarden voor een echte democratische werking en voor een deugdelijk bestuur van de openbare financiën. Waarom hebben de Belgische kiezers geen recht op een financieel jaarverslag van hun verkozenen? “Dit zou het mogelijk maken om de gemeenteverkiezingsdebatten van oktober enigszins objectief te beschouwen maar vooral om de burgemeesters en schepenen ertoe aan te zetten om meer prioriteit te geven aan beheerkwesties”, merkt Michel De Wolf op.

Benutten van de Europese en internationale ervaringen maar ook verdedigen van de Belgische modellen

De deelname van België aan de Europese en internationale debatten inzake deugdelijk bestuur, economische regulering en toezicht op de audit is essentieel voor het bevorderen van bepaalde verworvenheden waar wij een voorsprong hebben.   

Aldus is het Belgisch systeem van de verplichte neerlegging van de jaarrekeningen  bij de Nationale Bank van België en de revisorale controle voor de grootste ondernemingen en verenigingen een belangrijke factor van financiële transparantie en zekerheid. Het in vraag stelen van de grondbeginselen van dit systeem onder de dekmantel van een administratieve vereenvoudiging – om bijvoorbeeld de micro-ondernemingen te verplichten hun rekeningen voortaan neer te leggen bij de griffies van de rechtbanken van koophandel – getuigt van een onjuiste zienswijze op de administratieve vereenvoudiging. Het IBR verzoekt derhalve de Belgische overheden niet enkel om het systeem van de neerlegging van de jaarrekeningen zoals thans georganiseerd, te behouden, maar ook om meer dan ooit het fantastisch hulpmiddel van financiële transparantie, zijnde de neerlegging via internet, bij de buitenlandse collega’s te promoten”, maakt Daniel Kroes,  Ondervoorzitter van het IBR, nadrukkelijk kenbaar.

Andere voorstellen van het IBR

Het Memorandum van het IBR (40 pagina’s met beknopte teksten) bevat nog tientallen voorstellen waaronder in het bijzonder kan worden vermeld:

-          het harmoniseren van het boekhoudrecht van verenigingen (afschaffing van tientallen bijzondere stelsels);

-          het starten van een denkproces met het oog op het moderniseren van de aan de ondernemingsraden te verstrekken financiële informatie niet zozeer qua  belang maar wel qua relevantie (het organiek besluit hieromtrent dateert van bijna 40 jaar geleden);

-          het organiseren van een controle van de rekeningen van syndici.

Het IBR houdt zich ter beschikking van de federale Regering en van haar leden om hen zijn memorandum voor te stellen en voorontwerpen van concrete uitvoeringsteksten te suggereren, en over het algemeen om haar alle adviezen te verstrekken over maatregelen die betrekking hebben op het normatief kader van ondernemingen en verenigingen. Bedrijfsrevisoren beschikken in dit opzicht over een ruime terreinkennis, alsook over een onafhankelijkheid die ook meer zouden kunnen worden aangewend door openbare besturen. En deze knowhow heeft niet enkel betrekking op heel het land maar ook op zijn internationale positionering: reden te meer om ons Instituut niet te splitsen”, besluit Michel De Wolf.

Het Memorandum aan de Regering – Regeerperiode 2010-2014 is beschikbaar via de link www.ibr-ire.be/ned/nieuws_korte.aspx?id=5026 of www.ibr-ire.be, onder de rubriek “Nieuws”/ “Persmededelingen”/ Pdf. ‘Memorandum’.