3 maart 2022
Marc Bihain, secretaris-generaal IBR
In november jongstleden is de Europese Commissie een grootscheepse enquête gestart naar corporate governance en de rol van de auditors. De recente, zij het zeer zeldzame, maar spectaculaire schandalen in grote ondernemingen in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk staan niet los van dit initiatief van de Europese Commissie.
Het is betreurenswaardig dat ons beroep slechts 5 jaar na de tenuitvoerlegging van de hervorming van de audit ter discussie wordt gesteld.
Het is echter positief nieuws dat de Europese Commissie voor een meer holistische benadering heeft gekozen en governance en interne en externe controleprocedures bij de financiële verslaggeving van hoge kwaliteit in haar overwegingen wil betrekken.
Het is ook opmerkelijk om vast te stellen dat de Europese Commissie in dit stadium geen tekst voorstelt en zich beperkt tot een zeer open vragenlijst, waarbij de deelnemers voorstellen kunnen maken.
Na uitvoerige besprekingen heeft het IBR deze vragenlijst beantwoord.
Zonder op alle details van deze enquête in te gaan, zou ik drie hoofdlijnen van onze reactie willen belichten:
Deze enkele bedenkingen en de andere die wij in de aan de Europese Commissie voorgelegde vragenlijst hebben opgenomen, zijn bedoeld om de essentiële rol in herinnering te brengen die de auditors ten dienste van het algemeen belang spelen teneinde de goede werking van onze markteconomie te waarborgen.
Ter herinnering: in België controleren de bedrijfsrevisoren 27.000 vennootschappen en verenigingen, die bijna driekwart van de in ons land geproduceerde toegevoegde waarde genereren. Deze door ons gecontroleerde vennootschappen zorgen voor 66% van de banen in de privésector.
Het beroep van bedrijfsrevisor is derhalve een fundamentele schakel in de productie van financiële gegevens van hoge kwaliteit. Het is onontbeerlijk voor de goede werking van de economie. Wij begrijpen heel goed dat zo'n essentieel beroep sterk gereglementeerd is. Een goede regelgeving mag evenwel niet resulteren in een wirwar van ingewikkelde en soms tegenstrijdige regels. Evenmin mogen wij, als onafhankelijke auditors, veranderen in hulpkrachten van de administratie.
Naast zijn controleopdracht moet het beroep van bedrijfsrevisor ook een adviserende rol omvatten. Het moet multidisciplinair en aantrekkelijk blijven voor de jongere generatie. Wij zijn ervan overtuigd dat met een adequaat wettelijk kader, een goede deontologie en een hoog ethisch niveau, de audit een beroep met een hoge toegevoegde waarde blijft, dat zinvol is en aantrekkelijk is voor de beste jonge academici.
Het is met deze beginselen in het achterhoofd dat het IBR de evolutie van de wetgeving inzake governance en audit zal blijven opvolgen, zowel op Europees als op Belgisch niveau, waarbij de verdediging van de belangen van ons mooie beroep ten dienste van alle actoren van de economie centraal blijft staan.