30 maart 2023
Fernand Maillard, bedrijfsrevisor
We hebben gezien dat het algemene begrip onderneming de afgelopen jaren sterk is geëvolueerd, met name in 2018, toen het begrip onderneming werd herzien en sinds de hervorming van het WER alle economische actoren omvat: natuurlijke personen, rechtspersonen met inbegrip van verenigingen en stichtingen. Waarom zouden we het daar niet bij laten, moet onze fiscale wetgever gedacht hebben?
Zo werd, bij een wet die België gewoon is, namelijk een wet “houdende diverse fiscale bepalingen” (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 juli 2022 en van kracht vanaf 25 juli 2022), artikel 2 van het WIB92 gewijzigd om verenigingen en stichtingen te laten genieten van het verlaagde tarief wanneer zij onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting. In tegenstelling tot wat men zou kunnen denken, is het niet artikel 215 van het WIB92 (het artikel dat spreekt over de tarieven die van toepassing zijn op de vennootschapsbelasting) dat ons helpt: voor wie de fijne kneepjes van de wetteksten niet gewoon is, is de speurtocht de moeite waard.
In artikel 2, § 1, wordt in 5° een c)bis ingevoegd, en wel als volgt
“c)bis kleine vennootschap: enigerlei vennootschap die op grond van artikel 1:24, §§ 1 tot 6, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen als kleine vennootschap wordt aangemerkt of die, wanneer dit artikel 1:24 niet op haar van toepassing is, op overeenkomstige wijze beantwoordt aan de criteria opgenomen in dit artikel 1:24, §§ 1 tot 6;”;
“WIB92 art.2 § 1e 5°.
Vennootschappen
Er wordt verstaan onder :a) vennootschap : enigerlei vennootschap, vereniging, inrichting of instelling die een onderneming exploiteert of zich bezighoudt met verrichtingen van winstgevende aard en die
- ofwel rechtspersoonlijkheid bezit naar het recht, Belgisch of buitenlands, dat haar beheerst;
- ofwel wordt beheerst door een buitenlands recht die haar geen rechtspersoonlijkheid toekent maar een rechtsvorm heeft die vergelijkbaar is met die van een vennootschap met rechtspersoonlijkheid naar Belgisch recht en voldoet aan de definitie van binnenlandse vennootschap als bedoeld onder b) hieronder.
Lichamen met rechtspersoonlijkheid die naar Belgisch recht zijn opgericht en voor de toepassing van de inkomstenbelastingen worden geacht geen rechtspersoonlijkheid te bezitten, worden niet als vennootschappen aangemerkt ;
b) binnenlandse vennootschap : enigerlei vennootschap die in België, haar voornaamste inrichting of haar zetel van bestuur of beheer heeft en niet van de vennootschapsbelasting is uitgesloten ;
De vennootschap die haar statutaire zetel in België heeft, wordt behoudens tegenbewijs vermoed daar ook haar voornaamste inrichting of haar zetel van bestuur of beheer te hebben. Het tegenbewijs wordt enkel aanvaard indien er bovendien is aangetoond dat de fiscale woonplaats van de vennootschap in een andere Staat dan België is gevestigd volgens de fiscale wetgeving van deze andere Staat;”.
Als we nu art. 215 WIB92 in combinatie met het aldus gewijzigde art. 2 van hetzelfde wetboek lezen, komen we tot de conclusie dat VZW’s,IVZW’s en stichtingen dus in aanmerking kunnen komen voor het verlaagde tarief van de vennootschapsbelasting op voorwaarde dat zij kunnen worden beschouwd als kleine verenigingen/stichtingen, aangezien de criteria om als kleine vennootschap te worden aangemerkt identiek zijn.
Laten we echter niet vergeten dat deze verenigingen/stichtingen dan ook aan de andere criteria van artikel 215 WIB92 moeten voldoen: