22 april 2010
Ter gelegenheid van zijn algemene vergadering (23 april 2010), stelt het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) de nieuwigheden met betrekking tot het beroep en de kerncijfers van het jaar 2009 in het daglicht. Het bedrijfsrevisoraat, dat de voorbije maanden tengevolge van de zaak Daerden veel aandacht kreeg in de media, wenst zijn bepalende rol in het kader van de geleidelijke economische heropleving te belichten.
1. Aan de universiteiten K.U.Leuven en UCL werd, op vraag van het ICCI, de stichting opgericht door het IBR, een juridische studie en een ruim sociologisch onderzoek toevertrouwd naar de rol van de bedrijfsrevisor ten opzichte van de ondernemingsraad. Meer dan 2600 Belgische ondernemingen en verenigingen beschikken over een ondernemingsraad, een specifiek gegeven in het Belgisch recht en van cruciaal belang bij het sociaal overleg. In dat opzicht worden meerdere opdrachten aan de bedrijfsrevisor toevertrouwd: onder meer de certificering, de analyse en verheldering van de economisch-financiële informatie. Het onderzoek, gevoerd bij 300 vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers, toont aan dat de bedrijfsrevisor zijn rol adequaat vervult. Zowel de werknemers- als de werkgeververtegenwoordigers vinden de bijdrage van de bedrijfsrevisor aan de ondernemingsraad van essentieel belang. “Afgezien van de door de certificering geleverde garantie draagt de bedrijfsrevisor bij tot een betere communicatie tegenover alle betrokken partijen, wat zowel zijn rol van waarborg van de economisch-financiële informatie, zijn pedagogische rol als zijn rol van “bemiddelaar” kracht bijzet”, verduidelijkt Pierre P. Berger, voorzitter van het IBR. Het onderzoek maakt deel uit van een publicatie van de Stichting ICCI.
2. Het IBR maakt zich zorgen over de evolutie van de hervormingsontwerpen van de boekhoudwetgeving binnen de Europese Unie die tot doel hebben de verplichte publicatie van de jaarrekeningen te schrappen voor micro-ondernemingen die aan bepaalde criteria voldoen (Europees Parlement, 10 maart 2010). “Deze maatregel zou de geloofwaardigheid van de Belgische KMO’s ernstig in het gedrang brengen ten aanzien van hun bankiers, leveranciers, werknemers en klanten. Momenteel kunnen zij de jaarrekeningen gemakkelijk raadplegen op de website van de Nationale Bank en zich op die manier een oordeel vormen over bijvoorbeeld de toekenning van of de voorwaarden voor kredietverlening.”, legt Michel De Wolf, ondervoorzitter van het IBR, uit. De Belgische regering heeft zich tegen dit voorstel verzet en heeft een blokkeringsminderheid bijeengebracht in de Europese ministerraad, waar het voorstel nog moet worden gestemd. België stelt eerder voor om de verplichte informatiehoeveelheid van de kleinste ondernemingen te beperken, eerder dan deze informatie volledig ontoegankelijk te maken voor de economische partners. Het IBR steunt het voorstel van de Belgische beleidsverantwoordelijken.
3. De norm die de toepassing van de internationale controlestandaarden (ISA’s) beoogt, werd door de Minister die bevoegd is voor Economie goedgekeurd op 1 april jongstleden (B.S., 16 april 2010). De ISA’s zullen vanaf 2012 worden toegepast bij de wettelijke controle van jaarrekeningen voor wat de organisaties van openbaar belang betreft en voor alle entiteiten vanaf 2014. Het IBR verheugt zich over deze beslissing, die de kwaliteit van de controleopdrachten nog zal versterken
4. De sinds 2007 versterkte onafhankelijkheidsregels worden door het IBR en de organen van publiek toezicht strikt opgevolgd, met name wat de naleving van de tuchtmaatregelen betreft. Dit wettelijk en reglementair kader moet volgens het IBR niet uitgebreid worden met specifieke maatregelen zoals de verplichte externe rotatie van de bedrijfsrevisorenkantoren in Wallonië.
5. Met het oog op synergie hebben het IBR en het Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten (IAB) beslist om de twee Instituten vanaf september 2010 onder te brengen in één gemeenschappelijk gebouw, met wederzijds respect voor ieders bevoegdheden en eigenheden.
6. Kerncijfers. Eind 2009 bedroeg het aantal bedrijfsrevisoren 1.035 (stabiel cijfer) en het aantal stagiairs 461, waarvan er 37 werden toegelaten tot de eedaflegging. De vrouwelijke vertegenwoordiging van het beroep bedraagt 22,5% en de gemiddelde leeftijd is 46 jaar (stabiele cijfers). Het beroep realiseerde in 2008 een omzet van 461,5 mio EUR (stijging van 7%). Er werden 24.897 commissarismandaten uitgeoefend in 2009. De tewerkstelling binnen de bedrijfsrevisorenkantoren bedraagt 3.296 personen in voltijdse equivalenten,(cijfers 2008).