26 februari 2025

Camille Luxen, diensthoofd regelgeving IBR

In een vorig artikel hebben wij u erop gewezen dat de auditdrempels geïndexeerd zijn naar aanleiding van een wijziging van de Boekhoudrichtlijn op Europees niveau[1].

De aanneming van de wet tot omzetting van de CSRD brengt een nieuwe indirecte wijziging van de genoemde drempelwaarden met zich mee, aangezien deze wet een nieuwe definitie van het begrip “netto-omzet” heeft ingevoerd in artikel 1:26/1 WVV. Bovendien verwijzen de artikelen die de drempelwaarden bepalen vanaf dewelke een vennootschap als klein of micro en een groep als van beperkte omvang wordt  beschouwd, voortaan naar deze definitie (artikelen 1:24, 1:25 en 1:26 WVV). Dit heeft dus een rechtstreekse impact op de auditdrempels.

Bijgevolg wordt het begrip “netto-omzet” voortaan als volgt gedefinieerd:

Onder “netto-omzet” wordt verstaan:

  1. het bedrag met betrekking tot de verkoop van goederen en de verlening van diensten, na aftrek van kortingen en belasting over de toegevoegde waarde en andere rechtstreeks met de omzet verbonden belastingen;
  2. in afwijking van de bepaling onder 1°, voor de verzekerings- en herverzekerings-ondernemingen[2], het bedrag overeenkomstig artikel 199, tweede lid, van de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekerings-ondernemingen, en haar uitvoeringsbesluiten;
  3. in afwijking van de bepaling onder 1°, voor de kredietinstellingen[3], het bedrag overeenkomstig artikel 106, § 1, tweede lid, van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen, en haar uitvoeringsbesluiten;
  4. in afwijking van de bepaling onder 1°, voor de ondernemingen gevestigd in een derde land, de inkomsten als gedefinieerd bij of in de zin van het kader van financiële verslaglegging op basis waarvan de financiële overzichten zijn opgesteld.

De artikelen met betrekking tot de opdracht van de commissaris inzake de wettelijke controle van de jaarrekening van vennootschappen en de opdracht van de commissaris of de bedrijfsrevisor inzake de assurance van duurzaamheidsinformatie verwijzen rechtstreeks naar deze nieuwe definitie.

De nieuwe definitie heeft evenwel geen invloed op de opdracht van de commissaris in het kader van de wettelijke controle van de jaarrekening van verenigingen en stichtingen. De bepalingen die betrekking hebben op deze opdracht verwijzen namelijk naar de “bezittingen”.

Ten slotte zal, in het licht van deze nieuwe definitie, het advies van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen nr. 2022/03 – Beoordeling van de groottecriteria overeenkomstig artikelen 1:24 en 1:25 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen[4], moeten worden bijgewerkt met betrekking tot punt IV betreffende de omzet, aangezien dit punt verwijst naar artikel 3:90, I.A. van het KB WVV.

-------------------------------------

[1] Tevens wordt verwezen naar het ICCI-advies “Toepassing van de nieuwe groottecriteria voor vennootschappen”, cf. Toepassing van de nieuwe groottecriteria voor vennootschappen /Application des nouveaux critères de taille pour les sociétés (24-040).

[2] Bedoeld in boek II van de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen.

[3] Bedoeld in boek II van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen.

Gerelateerd

Mededeling 2024/24: Aanpassingen van de groottecriteria en geldende overgangsbepaling: verschillende modaliteiten voor vennootschappen, verenigingen en stichtingen

Verhoging van de auditdrempels: een nieuwe wet met belangrijke implicaties

Roby Fele, senior advisor regelgeving IBR

Mededeling 2024/13: Wetboek van vennootschappen en verenigingen – aanpassingen van de groottecriteria