22 oktober 2024
De wet van 28 maart 2024 houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen Ibis bepaalt dat de herziene groottecriteria van toepassing zijn op de boekjaren die een aanvang nemen na 31 december 2023 (zie Mededeling van het IBR 2024/13). Deze wet behandelt enkel de verhoging van de groottecriteria opgenomen in de artikelen 1:24, 1:25 en 1:26 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) en betreft dus enkel de groottecriteria bij de vennootschappen en groepen van beperkte omvang. Deze wet verhoogt ook de drempelwaarden omvat in de artikelen 3:47 en 3:51 WVV, waardoor verenigingen en stichtingen hun jaarrekening naar een vereenvoudigd model kunnen opstellen.
De groottecriteria voor de verenigingen en stichtingen werden gewijzigd door het koninklijk besluit van 25 mei 2024 tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen wat betreft de groottecriteria voor micro- en kleine verenigingen en stichtingen.
De overgangsbepalingen (artikel 145 van de wet van 15 mei 2024 houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen voor vennootschappen en artikel 5 van voormeld koninklijk besluit van 25 mei 2024 voor verenigingen en stichtingen) voorzien dat de uitgestelde werking die voortvloeit uit het overschrijden of het niet langer overschrijden van meer dan één van de criteria voor één keer niet van toepassing is op het eerste boekjaar dat een aanvang neemt na 31 december 2023.
Niettemin is er een significant verschil tussen vennootschappen en verenigingen en stichtingen voor de toepassing van de groottecriteria op het eerste boekjaar dat na 31 december begint (overgangsbepaling zonder rekening te houden met de twee voorgaande boekjaren), in die zin dat:
De Commissie voor boekhoudkundige normen heeft hieromtrent twee adviezen opgesteld, met voorbeelden naargelang het boekjaar al dan niet gelijkloopt met het kalenderjaar:
Het IBR had gereageerd op de ontwerpadviezen van de CBN: