28 januari 2020
In toepassing van artikel 55 van de wet van 7 december 2016 heeft het College van toezicht op de bedrijfsrevisoren in 2017 beslist dat de bedrijfsrevisoren en de bedrijfsrevisorenkantoren jaarlijks aan het College een reeks gegevens moeten meedelen betreffende hun kantoororganisatie, hun controle-opdrachten en hun honoraria voor controle- en niet-controlediensten.
Deze informatie heeft steeds betrekking op het voorbije kalenderjaar, ongeacht de datum van afsluiting van het boekjaar van het kantoor en moet worden ingebracht via de “Auditors Annual Cartography”, een specifieke webapplicatie, die door het College werd ontwikkeld.
Het is om meerdere redenen van belang dat deze gegevens eveneens toegankelijk zijn voor het IBR. Deze informatie dient onder meer als berekeningsbasis voor de opvraging van de bijdragen. De Stagecommissie gebruikt eveneens deze gegevens tijdens de analyse van het profiel van kandidaat-stagemeesters en meer bepaald om na te gaan of kandidaat-stagemeesters op jaarbasis minstens duizend uren revisorale opdrachten met een voldoende diversiteit kunnen aanbieden aan hun stagiairs. Tot slot kan het IBR op basis van deze informatie een globaal inzicht verwerven in de evolutie van het beroep, hetgeen niet enkel van belang is voor het vervullen van zijn wettelijke opdrachten maar ook voor de belangenbehartiging van de leden.
Het College heeft beslist om vanaf dit jaar de keuzemogelijkheid voor de kantoren om de door hen ingebrachte informatie automatisch over te dragen aan het IBR, niet langer op te nemen in de webapplicatie “Auditors Annual Cartography”.
Aangezien het College de mogelijkheid tot automatische informatieoverdracht in de webapplicatie “Auditors Annual Cartography” heeft geschrapt, heeft de Raad van het IBR beslist om deze gegevens op een alternatieve manier op te vragen. De bedrijfsrevisoren moeten voortaan als volgt te werk gaan:
Deze informatie moet uiterlijk op 20 februari 2020 aan het IBR worden bezorgd.