6 april 2016

De in België zelden toegepaste praktijk waarbij een vennootschap een plaatsvervangende commissaris benoemt om in te grijpen in geval van lange afwezigheid van de effectieve commissaris, maakt het mogelijk om de continuïteit van de door de commissaris uitgeoefende controlefunctie te waarborgen.

Deze mededeling van de Raad van het IBR heeft tot doel in te gaan op een aantal praktische vragen met betrekking tot de problematiek van de plaatsvervangende commissaris.

Gerelateerd