29 november 2024

Clément De Bruyn, Junior advisor regelgeving IBR

 

 

Op donderdag 28 november 2024 heeft de Kamer van Volksvertegenwoordigers zich tijdens de plenaire vergadering gebogen over het wetsontwerp van 24 oktober 2024 tot omzetting in Belgisch recht van Richtlijn (EU) 2022/2464 – de zogenaamde CSRD – die sinds 6 juli van dit jaar in het Belgisch recht geïmplementeerd had moeten zijn. De tekst werd vorige week in tweede lezing goedgekeurd door de Commissie Economie van de Kamer.

Vorige week hebben verschillende leden van deze Commissie zeven nieuwe amendementen ingediend: vier met betrekking tot de wijziging van de wet van 2 augustus 2002 en drie van meer wetgevende aard, voorgesteld naar aanleiding van een nota uitgaande van de juridische dienst van de Kamer. Meer in het bijzonder dragen de eerste vier amendementen de sporen van de invloed van de FSMA, aangezien ze tot doel hebben Richtlijn 2023/28641 om te zetten door wijziging van de wet van 2 augustus 2022, die meer bepaald betrekking heeft op de organisatie van deze toezichthoudende autoriteit. De andere drie amendementen zijn veeleer technisch van aard omdat ze gericht zijn op het wegnemen van enkele tekstuele inconsistenties en het verbeteren van de leesbaarheid van het wetsontwerp. Deze zeven nieuwe amendementen weerspiegelen geen belangrijke wijzigingen, noch in de inhoud van de verplichtingen opgelegd aan ondernemingen die onder de CSRD-richtlijn vallen of deel uitmaken van de waardeketen, noch in de inhoud van de assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid inzake duurzaamheidsinformatie. Er dient te worden beklemtoond dat al deze amendementen vrijwel unaniem door de leden van de Commissie zijn aangenomen, wat het Instituut toejuicht omdat het volledig achter deze amendementen staat, die allemaal gericht zijn op een verbetering van het wetsontwerp.

De aldus door Commissie Economie goedgekeurde tekst werd ter stemming gebracht in de plenaire vergadering van de Kamer, die het wetsontwerp met een grote meerderheid (80 stemmen voor, 18 tegen en 29 onthoudingen) goedkeurde.

Wij kunnen ons alleen maar verheugen over deze aanneming: de situatie wordt eindelijk duidelijk na de verschillende oproepen vanuit de beroepsgroep om de CSRD-richtlijn naar behoren om te zetten. Dit zal de economische actoren uit de rechtsonzekerheid halen die werd veroorzaakt door het gebrek aan omzetting en zal een duidelijk wettelijk kader bieden aan de eerste groep ondernemingen vóór het publiceren van de duurzaamheidsinformatie.

De verschillende politieke fracties lijken eindelijk het belang te hebben ingezien van deze richtlijn voor ondernemingen die het pad van duurzaamheid en een milieuvriendelijkere economie inslaan, om hen een eerlijk speelveld (“leyel playing field”) te waarborgen. De parlementsleden benadrukten ook het belang van deze richtlijn voor consumenten en investeerders, die de beschikbare opties zo goed mogelijk zullen kunnen vergelijken. Bovendien werd ook rekening gehouden met de bekommernissen van de kmo’s die deel uitmaken van de waardeketen en geconfronteerd worden met de grote uitdaging die de CSRD-richtlijn met zich meebrengt. Deze kmo’s kunnen immers in sommige gevallen worden verplicht om diverse duurzaamheidsinformatie te inventariseren om deze te communiceren naar de onderneming aan de top van de waardeketen, wat administratief belastend kan zijn.  In dit verband hadden de parlementsleden in eerste lezing al het volgende onderschreven:

  • Het beperken van de door kmo's in de waardeketen te verstrekken informatie tot hetgeen vereist is met betrekking tot de Europese standaarden voor duurzaamheidsverslaggeving die van toepassing zijn op kmo's (zie in dit verband de door de minister van Economie aangehaalde VSME (Voluntary Sustainability Reporting Standards for SMEs)) en hetgeen redelijkerwijs kan worden verlangd van ondernemingen en entiteiten die deel uitmaken van de waardeketen in hun hoedanigheid van leveranciers of klanten;
  • Een verbod om een bepaalde mate van zekerheid te vereisen met betrekking tot informatie afkomstig van kmo’s in de waardeketen. De minister van Economie heeft echter bevestigd dat ondernemingen nog steeds de mogelijkheid zullen hebben om op vrijwillige basis een beroep te doen op een beroepsbeoefenaar voor het uitvoeren van een assurance-opdracht met een beperkte mate van zekerheid met betrekking tot de duurzaamheidsinformatie die zij willen bekendmaken.

Deze beschermingsmaatregelen werden in herinnering gebracht en werden bevestigd tijdens de plenaire vergadering van 28 november, wat het Instituut toejuicht.

De beroepsgroep kan ook tevreden zijn omdat de aanneming van het wetsontwerp het mogelijk zal maken om de inhoud van de assurance-opdracht – die in eerste instantie uitsluitend aan de bedrijfsrevisoren zal worden voorbehouden – toe te lichten en nauwkeuriger te omschrijven. Het Instituut van de Bedrijfsrevisoren zal erop toezien – net zoals tijdens het proces van aanneming van de wet – dat het de bedrijfsrevisoren ondersteunt in deze opdracht en zal alles in het werk stellen om hen te helpen bij het aangaan van de technische uitdagingen die inherent zijn aan deze nieuwe opdracht, en dit door diverse tools beschikbaar te stellen.

Zoals opgemerkt door de parlementsleden, herinnert de omzetting van de CSRD-richtlijn ons aan het belang van duurzaamheidsrapportering voor ondernemingen en de opportuniteiten die dit voor hen inhoudt, zoals opgemerkt door de parlementsleden.

 


1 Richtlijn (EU) 2023/2864 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2023 tot wijziging van bepaalde richtlijnen wat betreft de oprichting en het functioneren van het Europees centraal toegangspunt.

 

Gerelateerd

De zaak Shell: Pyrrusoverwinning of salomonsoordeel?

Arie Van Hoe, advocaat-vennoot Janson

CSRD-lexicon

Stéphanie Quintart, senior advisor regelgeving IBR

Wetsontwerp 'CSRD' in tweede lezing aangenomen in de Kamer